In onze tweejarige onderbouw of brugklas maken leerlingen kennis met de maritieme wereld.
Praktijk en theorie gaan in het maritiem beroepsonderwijs hand in hand. Leerlingen leren bijvoorbeeld rekenen omdat zij bij het beladen van schepen berekeningen moet kunnen maken. Ze leren Engels omdat ze zeer waarschijnlijk vaak in het buitenland zijn. Ze leert varen en roeien en wrikken, zodat ze voelen en weten hoe een schip in elkaar steekt en hoe het reageert op de wind en de stroming.
Theorievakken |
· Wiskunde
· Nederlands · Engels · NASK · Economie (alleen bij Maritieme Mavo) · Binnenvaartkunde |
Praktijkvakken |
· Lassen
· EHBO · Zwemmen · VCA (veiligheidscertificaat. · Marifonie · Knopen en splitsen · Roeien en Wrikken · Les op het opleidingsschip |
Uiteraard oriënteren leerlingen zich in de onderbouw op hun keuze voor een uitstroomrichting in de bovenbouw. In de loop van de tweede klas wordt op grond van de resultaten in de onderbouw bepaald welk niveau uw kind gaat volgen in de bovenbouw. In de bovenbouw zijn er drie niveaus/ leerwegen:
- de basisberoepsgerichte leerweg
- de kaderberoepsgerichte leerweg
- en de technische mavo (gemengde leerweg)